NED24-25 Moderne letterkunde in het onderwijs
Naam cursus
Moderne letterkunde in het onderwijs: spreken en schrijven over literatuur als burgerschapsvaardigheidUniversiteit
UUPunten/Credits
5/6 ECCursusdatum
semester 1 (2024 - 2025)Inschrijfdatum
Locatie
Utrecht/onlineNaam docent
Dr. Kila van der Starre (UU) & Prof.dr. Gaston Franssen (UvA)E-mail contactpersoon
Dr. Kila van der StarreDoel van de cursus
De student kan na afronding
- canonieke en niet-canonieke moderne literatuur analyseren en interpreteren in het licht van hedendaagse methoden en theorieën uit de neerlandistiek en literatuurwetenschap, en in het licht van onderwijs in burgerschap;
- actuele artikelen uit de neerlandistiek en literatuurwetenschap kritisch lezen, vergelijken en problematiseren;
- methoden en technieken uit de gelezen literatuur maatschappelijk ‘vertalen’, bijvoorbeeld naar de journalistiek of naar het literatuuronderwijs.
Uitgebreide omschrijving
De kennis en vaardigheden die een docent Nederlands of een neerlandicus nodig heeft om goed literatuuronderwijs in de moderne letterkunde te verzorgen zijn aan verandering onderhevig. De literatuur zelf verandert, het onderzoek naar die literatuur gaat door transformaties heen, en de maatschappij, ten slotte, stelt ook andersoortige vragen aan de neerlandicus dan vroeger, zoals: hoe verhoudt literatuur zich tot nieuwe media? Wat is de rol van literatuur in een pluriforme samenleving? En welke rol kan literatuur spelen in het onderwijs van nieuwe generaties leerlingen?
Dit vak richt zich op de verdieping van de kennis van de primaire literatuur, verbreding van de belezenheid, inzicht in verschillende methoden en het verwerven van kritische, didactische en creatieve vaardigheden m.b.t. literatuur, literatuuronderwijs en journalistiek. In de colleges lees je primaire teksten náást academische publicaties over methodologische ontwikkelingen op het vlak van bijvoorbeeld literatuursociologie, representatiekritiek, mediatheorie, literatuurdidactiek, enzovoorts.
Leidende vragen zijn: welke veranderingen doen zich voor in de literaire cultuur, het literatuuronderzoek en het literatuuronderwijs? Hoe hangen die veranderingen samen? En hoe vertalen zij zich in de manier waarop neerlandici kennis over literatuur overdragen aan uiteenlopende groepen – van leerlingen tot volwassen lezers?
Dit jaar staat ‘het onderlegde gesprek over literatuur’ centraal in de cursus. Een belangrijk (maar zeker niet het enige) kenmerk van Nederlandstalige literaire teksten is dat ze bijdragen aan de circulatie van, en reflectie op, opvattingen over de rol van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, afkomst, gender, fysieke en mentale diversiteit, en/of seksuele identiteit in de pluriforme, democratische Nederlandse samenleving (Kern wet ‘Verduidelijking burgerschap’).
Dat betekent dat het voeren van ‘onderlegde gesprekken’ over literaire teksten kan worden gerekend tot burgerschapsvaardigheden. Het gesprek over literaire teksten is – in feite al sinds de opkomst van het koffiehuis – een waardevolle oefenplaats voor democratie, participatie en identiteit. Maar hoe geef je dat gesprek effectief vorm in de publieke ruimte van nu? Hoe stel je je vragen af op relevante doelgroepen (leerlingen, studenten, professionals, algemeen geïnteresseerden)? En hoe verhoud je je tot de in rap tempo veranderende literaire cultuur van vandaag? Wat is literatuur anno nu, kortom, en tot wat voor gesprek nodigt zij uit?
In deze cursus zoek je naar antwoorden op deze vragen door je te verdiepen in nieuwe literaire ontwikkelingen en genres enerzijds en recente studies en publieksboeken óver deze ontwikkelingen en genres anderzijds. We analyseren hoe zowel auteurs als onderzoekers vormgeven aan het ‘onderlegde gesprek’ waartoe literatuur uitnodigt. We vragen ons ook af hoe we dat gesprek zelf kunnen vormgeven – in het onderwijs, via creatieve media zoals vlogs en podcasts, en via aansprekende vormen van kritiek en cultuurjournalistiek.
Deze cursus is zeer geschikt voor studenten van de Educatieve Master. Dit vak richt zich mede (maar niet uitsluitend) op het literatuuronderwijs via de verdieping van de kennis van de primaire literatuur, verbreding van de belezenheid, inzicht in verschillende methoden en het verwerven van kritische, didactische en creatieve vaardigheden m.b.t. literatuuranalyse, literatuuronderwijs en journalistiek. De studenten gaan aan de slag met o.a. de vraag: Hoe vertalen de ontwikkelingen in de literatuur, het literaire veld en het literatuuronderwijs zich in de manier waarop neerlandici literatuur analyseren en kennis daarover overdragen? Daarbij wordt in elk college gebruik gemaakt van teksten die literatuurtheoretische en onderwijsfilosofische inzichten combineren met reflectie op didactiek. Studenten hebben de vrijheid om het educatieve aspect te benadrukken in hun opdrachten, maar zijn daartoe niet verplicht.
Om een gelijkwaardig startniveau te realiseren is het noodzakelijk dat deelnemers beschikken over elementaire analytische en letterkundige kennis en vaardigheden, zoals uiteengezet in gemakkelijk verkrijgbare handboeken als Erica van Boven en Gillis Dorleijn, Literair mechaniek: de analyse van verhalen en gedichten (derde of latere druk) en/of Kiene Brillenburg Würth en Ann Rigney (red.), Het leven van teksten: een inleiding tot de literatuurwetenschap en/of Jan Rock, Gaston Franssen en Femke Essink, Literatuur in de wereld: handboek moderne letterkunde.
Examen informatie
Werkvorm
Voorbereidende online opdrachten; werkgroepen
Evaluatie en toetsing
Deelnemers worden op de volgende wijze getoetst:
- leesvragen: korte, online in te dienen beschouwingen met antwoorden op vragen over de te lezen teksten (20%);
- podcast/vlog: publieksgerichte vormgeving van het onderlegde gesprek (30%);
- essay: persoonlijk getoonzette reflectie op een literair fenomeen in het licht van inzichten over literatuur(onderwijs) en burgerschap (50%).
Studielast
7 bijeenkomsten = 10 uur
Leeswerk voor 7 bijeenkomsten = 48 uur
Leesvragen: korte, online in te dienen beschouwingen met antwoorden op vragen over de te lezen teksten = 7 uur
Podcast/vlog en reflectie: publieksgerichte vormgeving van het onderlegde gesprek en reflectie op de producten van medestudenten = 35 uur
Essay: persoonlijk getoonzette reflectie op een literair fenomeen in het licht van inzichten over (onderwijs over) literatuur en burgerschap = 40 uur
UvA/VU-studenten
Binnen sommige opleidingen is het mogelijk om deze cursus voor 6 ects te volgen, in plaats van 5 ects. In dat geval lees je, naast de verplichte teksten in deze cursus, alle teksten die in de Weekplanning als ‘Optioneel’ staan. Daarnaast schrijf je een essay van 2.500 woorden, in plaats van 2.000 woorden, en verwerk je een extra, zelf gevonden, relevante secundaire tekst in het essay. Geef in week 1 bij de docenten aan dat je de cursus voor 6 ects wilt volgen.
Boeken/Literatuur
We lezen in deze cursus de volgende langere werken:
- Simone Atangana Bekono, Confrontaties (2020) (224 pagina’s) (lenen/aanschaffen)
- Bordewijk, “Blokken” (1931) (34 pagina’s) (lenen/aanschaffen)
- Maxime Garcia Diaz, Het is warm in de hivemind(2021) (112 pagina’s) (lenen/aanschaffen)
- Willem Elsschot, “Het dwaallicht” (1946) (36 pagina’s) (https://www.dbnl.org/tekst/_nie010194601_01/_nie010194601_01_0004.phpof lenen/aanschaffen))
- Franca Treur, De woongroep (2013) (280 pagina’s) (lenen/aanschaffen)
Meer informatie
Rooster
Vrijdag 8-11-2024 | Universiteit Utrecht, Drift 25, zaal 003 | 11:00-12:45 |
Vrijdag 15-11-2024 | Online | 11:00-12:45 |
Vrijdag 22-11-2024 | Universiteit Utrecht, Janskerkhof 15A, zaal 105 | 11:00-12:45 |
Vrijdag 29-11-2024 | Online | 11:00-12:45 |
Vrijdag 6-12-2024 | Universiteit Utrecht, Janskerkhof 15A, zaal 105 | 11:00-12:45 |
Vrijdag 13-12-2024 | Online | 11:00-12:45 |
Vrijdag 20-12-2024 | Universiteit Utrecht, Janskerkhof 15A, zaal 202 | 11:00-12:45 |
Kosten
Max. €50,- (kosten zijn minder wanneer de literatuur tweedehands wordt aangeschaft of wanneer boeken geleend worden uit de bibliotheek).